/
/
/
Recontouring voorhoofd

Recontouring voorhoofd

Inhoudstafel:

Het voorhoofd is een van de meest zichtbare genderindicatoren. De reductie van de wenkbrauwbot (ook wel bekend als recontouren van het voorhoofd of contouren van het voorhoofd) is erg effectief en kan een prominent mannelijk uitziend voorhoofd veranderen in een voorhoofd dat binnen het gemiddelde vrouwelijke bereik valt. De reductie van het wenkbrauwbot is een van de belangrijkste Facial Feminization Surgery procedures.

Verschil tussen het mannelijke en vrouwelijke voorhoofd

De 3 belangrijkste verschillen tussen het mannelijke en vrouwelijke voorhoofd zijn:

Wenkbrauwboog

Het belangrijkste verschil tussen het mannelijke en vrouwelijke voorhoofd is dat de mannetjes vaak een rand van bot rond de bovenste rand van de oogkassen hebben die ‘wenkbrauwboog’ wordt genoemd. Vrouwelijke voorhoofden hebben zelden tot nooit een wenkbrauwboog.

Verschil tussen mannelijke en vrouwelijke zone van het strottenhoofd

Vlakke plek

Tussen de randen van de twee oogkassen kan een vlakke plek zichtbaar zijn. Omdat vrouwen deze niet hebben, is de vlakke plek ertussen ook niet aanwezig.
Merk de vlakke plek alsook de wenkbrauwboog op bij het mannelijke voorhoofd (links) in vergelijking met het vrouwelijke voorhoofd (rechts).

Helling van het voorhoofd

Tussen de randen van de twee oogkassen kan een vlakke plek zichtbaar zijn. Omdat vrouwen deze niet hebben, is de vlakke plek ertussen ook niet aanwezig.
Bij de mannelijke schedel (links) is de hoek tussen neus en voorhoofd scherper dan bij de vrouwelijke (rechts).

Vervrouwelijken van het voorhoofd

De recontouring van het voorhoofd is een ingreep waarbij de het wenkbauwbot chirurgisch bijgevijld wordt. Het buitenste gedeelde van de botrand -waar de wenkbrauwen zitten- bestaat uit massief bot en kan gedeeltelijk weggevijld worden.
Het vijlen van de zijkant van het wenkbrauwbot.

Het gedeelte van de botrand dat zich tussen de wenkbrauwen bevindt, zit boven een gebied dat de frontale sinus (voorhoofdstholte) wordt genoemd. Omdat de frontale sinus hol is, is het moeilijker om er bot te verwijderen. Dit deel van het bot kan worden verwijderd, aangepast worden qua vorm (reconstructie), en vervolgens weer teruggeplaatst worden. Men gebruikt titanium schroefjes om het bot op zijn plaats te houden terwijl het geneest.

Het centrale deel van het wenkbrauwbot kan vaak niet bijgevijld worden tijdens een recontouring van het voorhoofd door de voorhoofdsholte die erachter ligt.
Het centrale deel van het wenkbrauwbot moet het wenkbrauwbeen moet gereconstrueerd worden met een zaag vanwege de frontale sinus eronder.

Hoewel de bovenstaande methode het vaakst wordt toegepast, kunnen we 4 verschillende soorten methoden onderscheiden om een recontouring van het voorhoofd te bekomen. Degene de chirurg kiest, hangt af van hoe prominent het wenkbrauwbot is, van de dikte van de wand voor de voorhoofdsholte, en de grootte van het voorhoofd in het algemeen. 

Type 1 — Vijlen

Sommige patiënten hebben een zeer kleine sinus met een dikke frontale sinuswand. In dit geval kan de overtollige hoeveelheid bot gewoon worden weggeschaafd. Dit wordt door Dr. Ousterhout een ’type 1 voorhoofd’ genoemd. Veel chirurgen kennen tot op vandaag enkel en alleen deze procedure: het kleine beetje bot wegschaven en dat ‘vervrouwelijking van het voorhoofd’ noemen. Slechts een klein percentage van de patiënten zal hier echter een goed resultaat aan overhouden: zij die geen grote botrand hebben of een kleine sinus (10%). 

Goede indicatie voor een type 1: Sommige patiënten hebben een zeer kleine sinus met een dikke frontale sinuswand. In dit geval kan de overtollige hoeveelheid bot gewoon worden weggeschaafd tijdens een verkleining van het wenkbrauwbot.
Voor en na de recontouring van het voorhoofd type 1 (goede indicatie)
Anders dan sommige chirurgen u vertellen en ondanks het feit dat er een paar uitzonderingen zijn, kunnen we wel stellen dat het in het algemeen niet mogelijk is om een mannelijk voorhoofd binnen normale vrouwelijke marges te brengen zonder een reconstructie van het voorhoofd.
Slechte indicatie voor een type 1: Grote frontale sinus (voorhoofdsholte)

Mogelijke complicaties

Bij een type 1 forehead recontouring wordt bot afgefreesd en blijft de voorhoofdsholte gesloten. Regelmatig gebeurt het echter dat het bot zo dun is aan het einde van de ingreep dat er na weken/maanden toch een gat ontstaat in de voorwand van de voorhoofdholte. Als bot te weinig doorbloeding heeft kan het namelijk verdwijnen.

Meestal zal de patient hier niets van merken omdat het een klein gaatje betreft. Omdat de huid rondom het gaatje vergroeid is met het bot kan er geen lucht vanuit de voorhoofdsholte onderhuids komen.

Is het gat echter groter, dan kan er een deukje in het bot zichtbaar worden. Dat deukje kan eventueel worden opgevuld met wat vet van de buik of benen (lipofilling). Een andere oplossing kan zijn een nieuwe forehead recontouring waarbij de voorwand van de voorhoofdsholte uitgenomen wordt en de voorhoofdsholte wordt opgevuld met bot cement. Zo kan aan het voorhoofd de gewenste vorm gegeven worden.

Dit is iets wat bij alle FFS chirurgen regelmatig gebeurt. Het zegt daarom niets over de kwaliteit van de operatie of de chirurg. Sommige patienten genezen nu eenmaal anders dan andere patienten.

Type 2 — Schaven en opvullen

Deze optie wordt beperkt geïndiceerd en wordt te vaak gebruikt door chirurgen die geen type 3 reconstructies van het voorhoofd uitvoeren. Deze kan worden uitgevoerd wanneer men al tevreden is met de hoek tussen de neus en het voorhoofd (type II volgens Ousterhout). In dat geval moet alleen de holte achter de botrand worden aangepakt. Het holle gebied wordt dan opgevuld met botcement (methylmethaccrylate).

Als een type 2 wordt uitgevoerd wanneer de indicatie er niet echt is, ontstaat er een dolfijnachtig voorhoofd. Zoals u kunt zien is het nieuwe voorhoofd weliswaar glad, maar het puilt uit in vergelijking met de “ideale” vrouwelijke voorhoofdslijn (die in het rood op de tekening hieronder is aangegeven).

Slechte indicatie voor een type 2: Indien de procedure wordt uitgevoerd wanneer er geen goede indicatie is, ontstaat er een dolfijnachtig voorhoofd.
Vergelijking van de type 2 en type 3 procedure wanneer u een zwaar voorhoofd heeft.

Type 3 — Reconstructie van het voorhoofd

De recontouringsprocedure die wij het meest uitvoeren (omdat die het vaakst aangewezen is), wordt door Dr. Ousterhout de ’type ‘-procedure genoemd. Bij deze ingreep wordt de voorwand van de frontale sinus verwijderd, opnieuw gemodelleerd en teruggeplaatst. De reconstructie van het voorhoofd is de meest complexe techniek, maar ook de meest indrukwekkende. Soms is het nodig om een combinatie te gebruiken van een reconstructie van het voorhoofd en opvulling met botcement om de gewenste vorm van het voorhoofd te krijgen. Dr. Bart van de Ven gebruikt het botcement steeds vaker om precies het gewenste resultaat te krijgen.

INDICATIE voor een type 3: grote voorhoofdsholte en prominent wenkbrauwbot
Gereconstrueerd voorhoofd na een type 3.
Rx van het voorhoofd voor (links) en na (rechts) de type 3 procedure.
Voor en na de type 3

Type 4 — Reconstructie en opvulling van het voorhoofd

Soms is het nodig om een combinatie te gebruiken van een reconstructie van het voorhoofd en opvulling met botcement om de gewenste helling van het voorhoofd te krijgen. Dr. Bart van de Ven gebruikt het botcement steeds vaker om precies het gewenste resultaat te krijgen.
Voor en na de type 4

Procedure

  • Algemene verdoving wordt toegediend.
  • Er wordt een incisie gemaakt langs de haarlijn. De incisie wordt net zo gemaakt als bij een verlaging van de haarlijn.
  • De voorhoofdshuid wordt naar voren getrokken om het bot bloot te leggen.
  • De stevige botrand boven oogkassen wordt bijgeschaafd.
  • Tijdens een type 3 recontouring wordt het centrale stuk bot dat de frontale sinus bedekt, verwijderd, vervolgens verdund tot de gewenste dikte is bereikt, en dan geremodelleerd.
  • Tot slot wordt het aangepaste stuk bot bevestigd met titanium microschroeven. De kopjes van de schroeven worden verwijderd zodat ze niet door de huid heen voelbaar of zichtbaar zijn.
De plaat van de frontale sinus wordt met schroeven bevestigd.
  • Net als bij het verlagen van de haarlijn wordt de huid met behulp van Endotines aan het bot bevestigd om te voorkomen dat de huid zich terugtrekt.
De plaat van de frontale sinus wordt met schroeven bevestigd.

Herstel

  • Ziekenhuis—U verblijft één nacht in het ziekenhuis na de operatie.
  • Pijn—Kan gedurende enkele dagen optreden en kan bestreden worden met normale pijnstillers.
  • Werk—Veel patiënten kunnen binnen twee weken na deze operatie weer aan het werk (indien dit de enige ingreep was).
  • Sport—Vermijd 8 dagen lang vormen van fysieke activiteit waardoor u zou zweten of uw bloeddruk zou doen stijgen. 
  • Hechtingen—De hechtingen zijn oplosbaar. Ze lossen op in ongeveer een week tijd.
  • Gevoelloosheid voorhoofd—Hou er rekening mee dat uw voorhoofd ongeveer 3 maanden lang gevoelloos zal zijn.
  • Wazig zicht (zelden, 5%)—Vanwege de zwelling rond de ogen zijn er patiënten die van 1 tot 4 maanden in enige mate wazig zicht hadden.

Complicaties

  • Veranderd gevoel van de hoofdhuid—Doordat de huid tijdens de procedure van het bot wordt losgemaakt, kan het zijn dat het gevoel in deze huid veranderd. De meeste patiënten krijgen opnieuw een normaal gevoel in deze zone na een jaar, maar bij sommigen niet 100%. De meesten melden dit echter niet als een probleem, maar eerder als iets wat hen is opgevallen;
  • Infectie;
  • Asymmetrie;
  • Onbevredigend esthetisch resultaat;
  • Dubbel zicht in bepaalde richtingen (meestal tijdelijk, zelden permanent);
  • Verminderd gevoel van de voorhoofdshuid (meestal tijdelijk, zelden permanent);
  • Veranderingen aan de vorm van de frontale sinus kunnen de resonantie (versterking van de vocale klanken) veranderen. (Semi-)professionele zangers moeten zich bewust zijn van dit risico en de voor- en nadelen ervan afwegen;
  • Tijdelijke spasme van de frontale spier die zorgt voor een ‘verraste blik’.