Het voorhoofd is een van de meest zichtbare genderindicatoren. De reductie van de wenkbrauwbot (ook wel bekend als recontouren van het voorhoofd of contouren van het voorhoofd) is erg effectief en kan een prominent mannelijk uitziend voorhoofd veranderen in een voorhoofd dat binnen het gemiddelde vrouwelijke bereik valt. De reductie van het wenkbrauwbot is een van de belangrijkste Facial Feminization Surgery procedures.
De 3 belangrijkste verschillen tussen het mannelijke en vrouwelijke voorhoofd zijn:
Het belangrijkste verschil tussen het mannelijke en vrouwelijke voorhoofd is dat de mannetjes vaak een rand van bot rond de bovenste rand van de oogkassen hebben die ‘wenkbrauwboog’ wordt genoemd. Vrouwelijke voorhoofden hebben zelden tot nooit een wenkbrauwboog.
Het gedeelte van de botrand dat zich tussen de wenkbrauwen bevindt, zit boven een gebied dat de frontale sinus (voorhoofdstholte) wordt genoemd. Omdat de frontale sinus hol is, is het moeilijker om er bot te verwijderen. Dit deel van het bot kan worden verwijderd, aangepast worden qua vorm (reconstructie), en vervolgens weer teruggeplaatst worden. Men gebruikt titanium schroefjes om het bot op zijn plaats te houden terwijl het geneest.
Hoewel de bovenstaande methode het vaakst wordt toegepast, kunnen we 4 verschillende soorten methoden onderscheiden om een recontouring van het voorhoofd te bekomen. Degene de chirurg kiest, hangt af van hoe prominent het wenkbrauwbot is, van de dikte van de wand voor de voorhoofdsholte, en de grootte van het voorhoofd in het algemeen.
Sommige patiënten hebben een zeer kleine sinus met een dikke frontale sinuswand. In dit geval kan de overtollige hoeveelheid bot gewoon worden weggeschaafd. Dit wordt door Dr. Ousterhout een ’type 1 voorhoofd’ genoemd. Veel chirurgen kennen tot op vandaag enkel en alleen deze procedure: het kleine beetje bot wegschaven en dat ‘vervrouwelijking van het voorhoofd’ noemen. Slechts een klein percentage van de patiënten zal hier echter een goed resultaat aan overhouden: zij die geen grote botrand hebben of een kleine sinus (10%).
Bij een type 1 forehead recontouring wordt bot afgefreesd en blijft de voorhoofdsholte gesloten. Regelmatig gebeurt het echter dat het bot zo dun is aan het einde van de ingreep dat er na weken/maanden toch een gat ontstaat in de voorwand van de voorhoofdholte. Als bot te weinig doorbloeding heeft kan het namelijk verdwijnen.
Meestal zal de patient hier niets van merken omdat het een klein gaatje betreft. Omdat de huid rondom het gaatje vergroeid is met het bot kan er geen lucht vanuit de voorhoofdsholte onderhuids komen.
Is het gat echter groter, dan kan er een deukje in het bot zichtbaar worden. Dat deukje kan eventueel worden opgevuld met wat vet van de buik of benen (lipofilling). Een andere oplossing kan zijn een nieuwe forehead recontouring waarbij de voorwand van de voorhoofdsholte uitgenomen wordt en de voorhoofdsholte wordt opgevuld met bot cement. Zo kan aan het voorhoofd de gewenste vorm gegeven worden.
Dit is iets wat bij alle FFS chirurgen regelmatig gebeurt. Het zegt daarom niets over de kwaliteit van de operatie of de chirurg. Sommige patienten genezen nu eenmaal anders dan andere patienten.
Deze optie wordt beperkt geïndiceerd en wordt te vaak gebruikt door chirurgen die geen type 3 reconstructies van het voorhoofd uitvoeren. Deze kan worden uitgevoerd wanneer men al tevreden is met de hoek tussen de neus en het voorhoofd (type II volgens Ousterhout). In dat geval moet alleen de holte achter de botrand worden aangepakt. Het holle gebied wordt dan opgevuld met botcement (methylmethaccrylate).
Als een type 2 wordt uitgevoerd wanneer de indicatie er niet echt is, ontstaat er een dolfijnachtig voorhoofd. Zoals u kunt zien is het nieuwe voorhoofd weliswaar glad, maar het puilt uit in vergelijking met de “ideale” vrouwelijke voorhoofdslijn (die in het rood op de tekening hieronder is aangegeven).
De recontouringsprocedure die wij het meest uitvoeren (omdat die het vaakst aangewezen is), wordt door Dr. Ousterhout de ’type ‘-procedure genoemd. Bij deze ingreep wordt de voorwand van de frontale sinus verwijderd, opnieuw gemodelleerd en teruggeplaatst. De reconstructie van het voorhoofd is de meest complexe techniek, maar ook de meest indrukwekkende. Soms is het nodig om een combinatie te gebruiken van een reconstructie van het voorhoofd en opvulling met botcement om de gewenste vorm van het voorhoofd te krijgen. Dr. Bart van de Ven gebruikt het botcement steeds vaker om precies het gewenste resultaat te krijgen.